Croissants
Moeilijkheidsgraad
Ingrediënten
350 gram tarwebloem
150 gram patentbloem
60 gram fijne kristalsuiker
12 gram zout
100 gram roomboter (kamertemperatuur)
25 gram verse gist
200 ml koud water
30 ml volle melk
250 gram harde boter voor het toeren
Voor ongeveer 15 tot 20 stuks.
Bereidingswijze
Doe alle bloem met de fijne suiker en de zachte boter in een mengkom. Roer dit door elkaar. Meng het water, melk en gist samen. Roer dit tot de gist lichtelijk opgelost is. Giet het gistmengsel bij de bloem en zet de mixer aan. Mix vervolgens met een deeghaak het deeg ongeveer 6 minuten. Voeg ondertussen geleidelijk het zout toe.
Leg het deeg op een met bloem bestoven werkblad en maak er met je handen een platte rechthoek van. Wikkel het deeg in plasticfolie en laat het ongeveer een uur in de koelkast opstijven.
Rol de boter die je gebruikt voor het toeren in folie. Rol het uit tot een mooie vierkante lap. Leg het vervolgens 10 minuten in de diepvries.
Rol vervolgens het deeg wat gerust heeft uit op een met bloem bestuifde werkplek. Het deeg moet rechthoekige lap worden van ongeveer 7 tot 8 mm dik.
De koude boter moet uitgerold worden tot hij half zo lang is als het rechthoekige deeglap. Leg vervolgens de boter op de onderste helft. Vouw vervolgens het deeg over de boter. De boter moet dus helemaal bedekt zijn. Draai het deeg hierna een kwartslag. De vouw zit dan aan de rechterkant. Rol nu het deeg met een deegroller in de lengte uit. Het moet weer een lap deeg worden van ongeveer 7 mm. Pak nu de onderkant vast en vouw hem op twee derde. Vouw nu de bovenkant tegen de zojuist omgevouwen kant aan. Vouw het deeg dubbel. Druk het deeg lichtjes aan en vouw hem plastic. Laat het deeg 1 uur rusten in de koelkast.
Haal het deeg na een uur weer uit de koeling. Draai het deeg weer een kwartslag, zodat de vouw weer aan de rechterkant zit. Rol het deeg met een deegroller uit tot een dikte van 7 mm.
Vouw een derde van het deeg om en vouw de andere kant eroverheen, zodat je drie lagen krijgt. Wikkel het deeg nog eens en leg het in de koelkast en laat het een uur rusten.
Rol het deeg opnieuw uit en rol deze keer alle kanten op. Het moet een grote vierkante lap worden van 3 tot 4 mm dik. Snijd het vierkant doormidden, zodat je twee grote rechthoekige lappen krijgt. Snij met een schep mes driehoeken, met de onderkant een lengte van 5 cm.
Leg een deel van de driehoeken in de koelkast, terwijl je het andere deel gaat oprollen.
Rol de croissants op vanaf de onderkant. Dit doe je door zachtjes aan de uiteindes te drukken en op te rollen. Het uiteinde puntje komt aan de onderkant van de croissant te liggen, zodat hij niet losrolt in de oven.
Leg de croissants met voldoende ruimte op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat de croissants 2 uur rijzen op een warme plek. Verwarm 20 minuten voor het einde de oven voor op 180-190 ºC hetelucht.
Klop een ei met een eidooier los en strijk de croissants in. Doe dit heel voorzichtig.
Bak dit lekkers in 12 tot 15 minuten af. Let goed op de kleur! Laat de croissants voor gebruik afkoelen. Smakelijk!